Vandaag in de wetenschap: je genen bepalen welke oefening het beste is voor je lichaam

Krachtoefeningen zijn oefeningen die uw eigen lichaamsgewicht gebruiken, inclusief push-ups, sit-ups, lunges, gewichtheffen en werken met weerstandsbanden. Elke huishoudelijke klus die gepaard gaat met het tillen van een gewicht (boodschappentassen) of uw eigen gewicht (traplopen) komt ook in aanmerking. Naarmate we ouder worden, is het vooral belangrijk om krachtoefeningen te houden, omdat ze helpen het suikergehalte te verlagen, overtollig vet te verwijderen en onze houding en hersenfunctie te verbeteren.

Het ACTN3-gen bepaalt of je genen je een natuurlijke kracht- en krachtoefening maken . Het codeert voor het alfa-actinine-3-eiwit, dat alleen tot expressie wordt gebracht in spiervezels die snel twijnen. (Ze vermoeien zich sneller maar worden gebruikt in krachtige uitbarstingen, zoals sprinten.)

Dit is de uitsplitsing: als je de CC-variant van het ACTN3-gen hebt, ben je significant beter geneigd uit te blinken in activiteiten op basis van kracht . Als u de TC-variant van het ACTN3-gen hebt, hebt u een enigszins verbeterd potentieel voor kracht en kracht .

2. Endurance Genen

Uithoudingsvermogenoefeningen zorgen ervoor dat onze hartslag stijgt, zoals stevig wandelen, hardlopen, fietsen en zwemmen - alles wat je zou kunnen noemen als 'aerobics' of 'cardio'.

VO2 max, of maximale aerobe capaciteit, is een meting van de maximale hoeveelheid zuurstof die uw lichaam tijdens één minuut lichaamsbeweging verwerkt en is een aanduiding voor uw fysieke fitheid. Het is geen verrassing dat sommige mensen van nature betere fietsers, langeafstandslopers of zwemmers zijn. Met het NFIA-AS2-gen hebben personen met de CC-variant over het algemeen een grotere VO2 max, wat gunstig is voor duurtraining zoals hardlopen of fietsen . Het GSTP1-gen, dat het enzym glutathione S-transferase P1 codeert, veroorzaakt een grote verbetering in VO2 max wanneer iemand een aerobe training uitvoert. Samen kunnen deze genen je genetische voordeel voorspellen voor excelleren in uithoudingsvermogenactiviteiten, en in de toekomst zal het worden gebruikt om atletische prestaties nog meer te voorspellen.

3. Luiheid genen

We weten nu dat personen die de AA- of AG-variant van het BDNF-gen bezitten, meer kans hebben om positieve gemoedsveranderingen te ervaren en te oefenen om ervan te genieten . Ze ervaren hun inspannings- en inspanningsniveau ook als lager tijdens inspanning vergeleken met personen die de GG-variant bezitten. Met andere woorden, als je de GG-variant hebt, kan je afkeer van je sportschool een genetische eigenschap zijn.

Er is echter hoop - hoe meer je oefent met duurtraining, hoe meer je uiteindelijk nieuwe, nuttige motivatie-genen tot uitdrukking brengt. Studies hebben aangetoond dat muizen die werden getraind met regelmatige uithoudingsoefeningen, nieuwe genen activeerden en aangeboren hoge niveaus van stoffen hadden die de groei en gezondheid van het weefsel bevorderen.

De volgende stap: de verbluffende verbinding tussen je training en je huid.